Media
Radioprogramma’s over kunst en cultuur en films over kunstenaars, door middel van interviews.
Recente opdrachten
Grote Kerk Breda: Zomerpodium (2016, 2019),
CEO (2016)
ZuiderWaterLinie Festival (2017)
Bij wijze van statement
Alles is poëzie, ten minste als je het ziet. Onderwerpen doen er niet zozeer toe, wel wat je ermee doet. Gedichten moeten ook enigszins “poëtisch” zijn, zelfs als ze alleen maar over de dichter(es) gaan. Allerlei kenmerken van de dichtkunst zijn descriptief, niet prescriptief. Hoe meer kenmerken aanwezig, hoe meer traditioneel. Zelf ben ik aan het aftasten hoe ver woorden voldoende zijn om sferen te creëren. Daarvoor blijk ik geen of beter: niet per se, interpunctie nodig te hebben. Ritme, klank, cadans, sfeerbepalende woorden zijn wel noodzakelijk. Uiteraard zijn metafora en allerlei middelen die tegelijkertijd “de inhoud bedekken en meer onthullen” bijzonder belangrijk. En daarbij natuurlijk de betekenis, al wordt de filosofisch getinte en geëngageerde poëzie, te veel opgehemeld. Gedachten zijn niet gelijk aan gedichten.
Mijn poëzie moet beeldend zijn, dat wil zeggen een beeld oproepen bij de lezer/luisteraar: niet per se mijn beeld maar een eigen beeld. Aangezien de taal er als middel en bijna stoorzender tussen zit, is die overdracht extra moeilijk.
Het zogenaamde (door mij zo benoemde) verplichte universum (waarin wij leven) en het door de dichter gecreëerde universum (waarin de dichter tegelijkertijd woont) zijn onderling verbonden en gescheiden. Tussen en met deze twee werelden werkt de dichter aan zijn oeuvre. Hij/zij kan zowel politiek bewust zijn als in een eigen bubbel leven en werken, sociaal en maatschappelijk bewogen zijn of kiezen voor het aloude l’art pour l’art. Ik kies voor beide, want ik wil me niet laten beperken tot één van beide stromingen of opvattingen.
Kees van Meel/Drs. C G P van Meel